2007 Met Karin, Marcellino en meneer Van Meijl

Vraag 1) Zie fig.1 

Vraag2) Qv= -20p+250, 200= -20p+250, 20p= 50,

             p= € 2,50, TO=200*€ 2,50= € 500,-

Vraag3) Zie fig.1

Vraag4) Qv=-20p+250, (-20*5)+250= 150 stuks

Vraag5) ΔQ= (150-200)/200 * 100% = -25%  en

            ΔP=(5-2,50)/2,50*100%=+100%

             Ev= -25%/+100%=-0,25

Vraag6) Er is sprake van een inelastische vraag: de gevraagde hoeveelheid

            reageert niet sterk op een  prijsverandering (Ev is inelastisch

            tussen de 0 en -1)

Vraag7) Qv= -40p+400 Zie fig.2

Vraag8) De vraaglijn van Q1 loopt steiler en dat betekent dat een prijsverandering leidt  

            tot een (relatief) kleinere vraagverandering en dus minder prijselastisch is! Zie    

            ook fig.3

Vraag9) Δp= (4-5)/5*100%=-20% voor beide!

            ΔQ1= (170-150)/150*100%=+13,3% Dus: Ev1= +13,3%/-20%=-0,67

            ΔQ2= (240-200)/200*100%=+20% Dus: Ev2=+20%/-20%=-1

            De nieuwe vraagfunctie is dus elastischer! (zie ook figuur 2)

Vraag10)Δp= (4-2,50)/2,50*100%= +60%

             ΔQ=(18-6)/6*100%=+200% (!)

             Ea=+200%/+60%=3,33 (!)

Vraag11)

            Er is bij aanbod een positief verband. Er is hier een sterk elastisch aanbod (zie

            de uitkomst van de elasticiteit): een relatieve verandering van het loon heeft een

            veel sterkere verandering van het aanbod van arbeid tot gevolg.

Vraag 12) Zie fig. 3

 

           

Fig.1 De y-as = prijs ; x-as= hoeveelheid. Je ziet dat het groene oppervlak € 500,- bedraagt. De lijn Qv kun je tekenen door twee waarden voor p in te vullen in het functievoorschrift, je vindt zo de coördinaten en kun je een lijn trekken.

Fig.2 Je ziet dat een prijsverandering van €1,- bij Q2 een groter effect heeft op de gevraagde hoeveelheid, zie het oppervlak dat ik heb getekend (sorry, voor het scheve lijntje...het is behelpen met het laptopje!)

Fig.3 De groene "staander" geeft dus aan dat men het, ongeacht de prijs (of loon) , er mee moet doen: er zit geen beweging in het aanbod (Inelastisch, dus). Oorzaken: er is er maar één (bijv. De Nachtwacht) of men moet af van de productie (bederflijke waar). De rode lijn geeft dus een compleet Elastisch aanbod weer: een kleine prijsverandering leidt tot een enorme toe- of afname van het aanbod.