Formuleblad M&O
H 2: VWO H 2: HAVO
• Procentuele verandering = ((Nieuw – Oud)/(Oud)) x 100%
• Brutowinst = verkoopprijs – inkoopprijs
• Nettowinst = Brutowinst – alle overige kosten (+ eventuele andere opbrengsten)
• Omzet = afzet x verkoopprijs
• Verkoopprijs = omzet/afzet
• Afzet = omzet/verkoopprijs
H 3: VWO
H 3: HAVO
Balans per… (tijdstip)
Debet | Credit |
Vaste Activa Vlottende Activa Liquide Middelen | Eigen Vermogen Vreemd vermogen lange termijn Vreemd vermogen korte termijn |
Winst-en-verliesrekening over… (periode)
Kosten | Opbrengsten |
Opbrengsten-Kosten= Nettowinst (naar EV) |
|
H 11: VWO H 11: HAVO
• Maatschappelijk aandelenvermogen – aandelen in portefeuille = geplaatst aandelenvermogen
• Maatschappelijk aandelenvermogen/nominale waarde van een aandeel = maatschappelijk aantal aandelen
• Aandelen in portefeuille/nominale waarde van een aandeel = aantal aandelen in portefeuille
• Geplaatst aandelenvermogen/nominale waarde van een aandeel = geplaatst aantal aandelen
• Intrinsieke waarde = geplaatst aandelenkapitaal + alle reserves + winst
• Intrinsieke waarde per aandeel = (geplaatst aandelenkapitaal + alle reserves +
winst)/geplaatst aantal aandelen
H 12: VWO H12: HAVO
• Beginschuld – aflossing = eindschuld
• Aflossingsbedrag per periode lineair = beginschuld/aantal perioden
• De totaal te betalen interest lineair=((interestbedrag jaar 1 + interestbedrag laatste jaar)/2))
x het aantal waarnemingen
• Annuïteit = aflossingsbedrag + interestbedrag
• Annuiteit = a1 + r1 = a2 + r2 = a3 + r3 =……..= an + rn
• Annuïteit – r1 = a1
• Annuïteit – a1 = r1
• r1 = x% van de beginschuld
• het verband tussen opeenvolgende aflossingsdelen = (1+i)…… dus a4 = a3 x (1+I)
• De totaal te betalen interest annuïteit = (looptijd in perioden x annuïteit) - beginschuld
H 14: VWO H 14: HAVO
• Enkelvoudige interest ………………. I = (KxPxT)/(100xc)
• C = 1/2/4/12/52/365)
H 15: HAVO
H15: VWO
• Samengestelde interest
• En = K x(1+i)n
• Cw = En x (1/(1+i)n)
• Tijdlijn!
• Nooit p veranderen; altijd n aanpassen
H 16: (VWO)
• Samengestelde interest
• En = K x ((1+i)N+1 – (1+I))/(i)
• Cw = K x ((1+i) x ((1+I)n – 1))/I
• Tijdlijn!
• Nooit p veranderen; altijd n aanpassen
H 22: VWO H 21: HAVO
• Afschrijvingsbedrag per periode = (A-R)/n
• Installatiekosten verhogen de aanschafwaarde
• Boekwaarde = aanschafwaarde – reeds gedane afschrijvingen
• Gemiddeld geïnvesteerd vermogen = (A+R)/2
H 25: VWO H 24: HAVO
• TO = afzet x verkoopprijs
• TK = VK + CK
• BEA …. 1: TO = TK
2: C/(P-V)
• BEA x verkoopprijs = BEO
• (P-V) = dekkingsbijdrage
H 26: VWO
• Efficiencyverschil = (SH –WH) x SP
• Prijsverschil = (SP – WP) x WH
• Kostprijs massaproductie = (C/N) +(V/B)
• Bezettingsresultaat = (B -N)x(C/N)
H 27: VWO
• Massaproductie
• Fabricagekostprijs = (Cf/Np) + (Vf/Bp)
• Commerciële kostprijs = fabricagekostprijs + (Cv/Na) + (Vv/Ba)
• Commerciële kostprijs + winst = verkoopprijs
• Ruilwinst = verkoopresultaat = transactieresultaat = Ba x (verkoopprijs – commerciële kostprijs)
• Bezettingsresultaat afd fabricage = (Bp –Np)x( Cf/Np)
• Bezettingsresultaat afd verkoop = (Ba –Na)x( Cv/Na)
• Bedrijfsresultaat ….. 1: ruilwinst +/- totale bezettingsresultaat
2: TO – TK
H28: VWO
• Budgetresultaat = (wat had het mogen kosten – wat heeft het gekost)
H30: VWO
H 25: HAVO
• Balans = bezittingen en schulden
• V&W rekening = resultatenrekening = opbrengsten – kosten m.a.g. winst of verlies
• Liquiditeitsbegroting = ontvangsten – uitgaven
H 42: VWO H 35: HAVO
• Current ratio = (vlottende activa + liquide middelen)/vreemd vermogen kort
• Quick ratio = (vlottende activa – voorraad + liquide middelen)/vreemd vermogen kort
• Denk om debiteurenkern en ijzeren voorraad = vaste activa
• Working capital ratio = (vlottende activa + liquide middelen – vreemd vermogen kort)/ vreemd vermogen kort
• Working capital ratio = current ratio – 1
• Cashflow = nettowinst uit gewone bedrijfsvoering + afschrijvingen
H 43: VWO H 36: HAVO
• Solvabiliteitsratio …………… 1: (TV/VV) x 100%
2: (EV/VV) x 100%
• Tussen (TV/VV) en(EV/VV) zit altijd 100% verschil
• IVV = (betaalde interest/(gemiddeld vreemd vermogen) x100%
• RTV = (winst + betaalde interest)/(gemiddeld totaal vermogen) x100%
• REV =( winst/gemiddeld eigen vermogen) x 100%
• Als RTV > IVV dan is REV > RTV = positief hefboomeffect
• Als RTV = IVV dan is REV = RTV = geen hefboomeffect
• Als RTV < IVV dan is REV < RTV = negatief hefboomeffect
• Hefboomformule ……REV =RTV + ((RTV – IVV) x gemiddeld VV/gemiddeld EV)
• Dividendrendement = (brutodividend per aandeel/koerswaarde per aandeel) x 100%
• Dividend = een percentage van het geplaatst aandelenkapitaal